Het IJsselhuis bij de Mallegatsluis te Gouda
Stichting Beheer & Behoud van het IJsselhuis

 

Waarom: “Beheer & Behoud” ?

Het IJsselhuis, een gemeentemonument, vervult een beeldbepalende rol bij de Mallegatsluis en de Museumhaven van Gouda. Het ligt op een plek waar eeuwenlang schepen hun weg door Holland vonden. Deze weg was de belangrijkste vaarroute in de Noord-Zuid verbindingen. Zowel door de Haven bij het Tolhuis als door de Mallegatsluis voeren vele schepen totdat in 1936 de Julianasluizen werden geopend. De grote massa gaat daarna uiteindelijk volledig ten westen van Gouda door de steeds groter wordende Julianasluizen.  

Nu er geen groot varend vrachtverkeer meer is in de binnenstad verandert de rol van de Mallegatsluis. Het is een sluis voor de pleziervaart geworden. Zo ook passen de bijbehorende elementen van het unieke ensemble zich hieraan aan, maar het geheel straalt nog steeds de sfeer uit van vroeger. Zonder IJsselhuis is het ensemble niet kompleet.

Het gebouw wordt al enige jaren met toenemend succes door de familie Winkelman gepacht en uitgebaat als intieme horecagelegenheid, maar is nodig aan groot onderhoud toe. Tevens dient voor de toekomst het reguliere onderhoud te worden geborgd. Voor beide aspecten is op 13 april 2018 de Stichting "Beheer & Behoud van het IJsselhuis" opgericht.

 

"Beheer & Behoud" sluit in 2018 overeenkomsten met de Stichting "Bihat" (Binnenhaven museum Turfsingel te Gouda) voor de overdracht voor € 1 met behoud van huidige functie(s), de Stichting "Vrienden van het IJsselhuis" voor financiering van de restauratie en de Gemeente Gouda voor cofinanciering van de restauratie en het behoud van de status "gemeentelijk monument".

Eind 2018 zal de restauratie zijn gerealiseerd en draagt "Beheer & Behoud" zorg voor het reguliere onderhoud van het pand voor de komende decennia middels voldoende opbrengsten uit de pacht. Dit geschiedt zonder winstoogmerk. 


Ontstaan van het IJsselhuis als schipperswachtlokaal

Een schipperswachtlokaal zonder schippers en schepen is niet denkbaar. Er is al een vaarweg door Gouda sinds haar ontstaan op de oevers van de Gouwe voor 1272. Rond 1397 ontstaat ter hoogte van de huidige Mallegatsluis door een dijkdoorbraak een stroomgat. Het komvormige water bevat de huidige museumhaven. Haarlem die graag meer schepen door Gouda (en dus ook door Haarlem) wil laten varen (en tol betalen!) vraagt in 1398 aan de Graaf op deze plek een sluis te mogen bouwen. Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rijnland betalen deze eerste sluis, maar hij mag alleen open bij dreigende rampen. Deze sluis ligt op dezelfde plek als de huidige sluis.

Het varen door de stad van Tolhuis tot Potterspoort zorgt echter voor veel oponthoud. Dat wordt een klein beetje beter door de aanleg van het sluisje ‘Amsterdams Verlaat’ in 1436. In 1574 vindt Willem van Oranje het welletjes en geeft opdracht om een tweede Mallegatsluis te bouwen, zodat zijn oorlogsschepen met voorrang door de stad kunnen varen. De eerste sluis wordt gedempt.

Echter het blijft niet bij oorlogsschepen alleen. Op 21 september 1626 mag na een uitgebreid en onderdanig verzoek van de West-Indische Compagnie aan het stadsbestuur van Gouda, het schip ‘de Arend’ van Piet Heyn met een lading nat geworden pelsen door de tweede Mallegatsluis.  

Rond 1750 krijgt deze tweede Mallegatsluis gebreken. Zonder de oude te slopen wordt 50 meter oostelijk een nieuwe (derde) sluis gebouwd. In 1766 kan de oude sluis worden gedempt. Tegen extra betaling mogen na 1795 ook gewone schepen door deze derde Mallegatsluis.

Het zal nog tot 1912 duren eer daar een Schipperswachtlokaal wordt gebouwd, bovenop de gedempte tweede sluis. De lange wachtrijen maakt een wachtlokaal nodig. Het gebouw dient als wachtruimte, koffiehuis en ook een beetje als vrachtbeurs en betaalkantoor voor sjouwers.

In de periode 1890-1930 verdubbelt het aantal schepen dat van deze sluis gebruik maakt. De wachtrijen nemen toe. Ook de grootte neemt toe. De sluiskolk is maar 47 meter lang en er komen langere schepen. Boten die een regelmatige dienst uitvoeren hebben voorrang. Zij hebben het zogeheten recht van 'voorschutting'. Langere schepen kunnen alleen bij dood tij de sluis passeren en krijgen dus dan voorrang. Er is dan haast en dringen en….

natuurlijk zijn scheldpartijen, ruzie en vechten niet van de lucht. Het IJsselhuis kan daarover heel wat vertellen.

De ruziepartijen in combinatie met lang, alcohol consumerend wachten, is geen goede combinatie. In 1923 wordt het beheer van het IJsselhuis overgenomen door de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholische Dranken.